Het Cirkelmodel is ontwikkeld om onveiligheid in gezinnen te signaleren en gestructureerd en in samenspraak met gezinnen aan veiligheid te werken. Het model bestaat uit zes cirkels en biedt structuur en concrete handvatten voor het proces van het herkennen van signalen van onveiligheid tot en met het maken en bewaken van afspraken.
Het instrument start wanneer over een concrete situatie zorgen bestaan met de vraag: “Ik ben er niet helemaal gerust op, dat het goed gaat met jullie kind of gezin, omdat…?” Deze startvraag helpt je om concreet te benoemen waarom je je zorgen maakt, zodat je het kunt bespreken met betrokken gezinsleden. Per stap komen vragen in een logische volgorde aan bod, die naar concrete en feitelijke informatie vragen.
Uitgangspunten
Uitgangspunten van het cirkelmodel
Samenwerking met het gezin en inzet en versterken van hun eigen mogelijkheden staan voorop. Tegelijk heeft het model ook aandacht voor de specifieke rol van de professional bij het bewaken van de
veiligheid en, zo nodig, de inzet van meer indringende vormen van hulp. In het leertraject leer je stap voor stap het Cirkelmodel te doorlopen. Samen met het gezin breng je de situatie rond het
kind/gezin in kaart en bespreek je de stappen die nodig zijn om de veiligheid te garanderen en de gezinssituatie te verbeteren.
Een positieve intentie om met hulpverleners samen te werken is nooit een einddoel. Samenwerken helpt om ouders de regie te laten houden over hun leven en gezin en de ouders te ondersteunen hun verantwoordelijkheid voor de kinderen waar te maken.
Het Cirkelmodel is gebaseerd op en geïnspireerd door diverse relevante benaderingswijzen en theorieën, zoals het gedachtegoed van Signs of Safety en het werk van Eileen Munro over effectieve jeugdbescherming, het werken vanuit de systeembenadering, presentie en progressiegericht werken. Deze zijn bijeengevoegd en geordend in het Cirkelmodel.
Wilt u meer lezen over het Cirkelmodel en de achtergronden hiervan? Lees dan het artikel ‘Het cirkelmodel - Werken aan veiligheid binnen gezinnen’ , geschreven door José Hermans en Wil Verhoeven.